Sporten en suikers: wat doet het met jou en je sportprestaties?

Tegenwoordig hoor je vrijwel overal dat suikers slecht zijn voor je, dat suikers verslavend zijn, direct invloed hebben op overgewicht en over het algemeen vermeden moeten worden.

Maar is dit allemaal wel waar? En hoe zit het dan met sporten?

 

Suikers in het algemeen:

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen; over het algemeen zijn suikers niet slecht voor je, ook zijn ze niet direct verslavend, hoewel veel mensen dit zullen ontkennen. Wel kan het invloed hebben op overgewicht en is het in sommige situaties raadzaam om de suikerinname te verminderen.

Suikers behoren tot de koolhydraten, deze zijn op te delen in diverse categorieën: monosachariden, disachariden en polysachariden.

  • Monosacharide: 1 suiker molecuul
  • Disacharide: 2 suikermoleculen
  • Polysacharide: 3 of meerdere suikermoleculen

Als er wordt gekeken naar suiker in het algemeen, wordt hier meestal de mono- en disachariden mee bedoeld.

Monosachariden:

  • Glucose
  • Fructose (fruitsuikers)

Disachariden:

  • Sucrose
  • Lactose
  • Maltose

Zetmeel valt onder de polysachariden.

 

Is de ene suiker beter dan de ander?

Het antwoord: nee. Je lichaam maakt geen onderscheid tussen natuurlijke suiker en toegevoegde suiker, het wordt namelijk allemaal op dezelfde manier verwerkt en afgebroken in het lichaam. Wel is het zo dat sommige suikers sneller afgebroken worden dan anderen. Sucrose is bijvoorbeeld langzamer afbreekbaar dan glucose vanwege de complexere moleculaire structuur. Ook tussen de verschillende monosachariden zit er een verschil als het aankomt op de snelheid waarmee ze afgebroken worden.

Suiker is in essentie niets anders dan een koolhydraat dat energie levert. Wel is het zo dat suiker geen andere voedingsstoffen of vitamines met zich meebrengt en dus minder goed is als bijvoorbeeld complexere koolhydraatbronnen zoals aardappelen, havermout of rijst.

 

Is suiker verslavend?

Kan ik afhankelijk worden van suiker? Is het te vergelijken met een soort drug? Nee.

Soms worden suikers met drugs vergeleken. Hoewel suiker, net als sommige drugs, het beloningscentrum activeert in de hersenen, geeft suiker geen ontwenningsverschijnselen in het lichaam. Suiker geeft dopamine vrij in de hersenen: de gelukzalige stof die vrij kan komen bij het nuttigen van drugs en alcohol bijvoorbeeld.

Meestal gaat de “verslaving van suiker” gepaard met het prettige gevoel dat we ervaren wanneer we het eten, de zoetigheid zelf en het feit dat we het gemakkelijk weg eten. In een westerse wereld, waar het geen probleem is om binnen no time aan eten te komen, is het gemakkelijk om snel iets suikerrijks te eten. Dit leidt snel tot te veel consumeren van suiker. Maar verslavend is het dus niet.

 

Suiker in combinatie met sportprestaties

Suikers worden vaak genuttigd tijdens sportmomenten, trainingen of wedstrijden. Denk aan een banaantje tijdens het sporten of een sportdrankje voor een energieboost. Zowel een banaan als een sportdrankje geven suikers die snel op te nemen zijn en kunnen daarmee de bloedsuikerspiegel snel verhogen.

Er zijn diverse soorten sportdrankjes, zoals hypertone, isotone en hypotone dranken.

  • Hypotone dranken: dit zijn (sport)dranken met een lagere concentratie aan suikers dan de vloeistoffen in ons lichaam. Dit maakt het drinken gemakkelijk opneembaar en geeft lage tot geen verhoging geeft van de bloedsuikerspiegel. De bekendste hypotone drank is water.
  • Isotone dranken: dit zijn drankjes die in verhouding even veel deeltjes koolhydraat en natrium bevatten als je bloed. Dit is geschikt voor tijdens het sporten om de energieniveaus aan te blijven vullen en geen daling te krijgen in de sportprestaties.
  • Hypertone dranken: dit zijn de drankjes met de meeste hoeveelheid koolhydraten erin. Dit is ideaal te nemen voor of na je training: voor je training om je een energieboost te geven of na je training om de reeds verbruikte energie aan te vullen.

Deze drankjes zijn ideaal voor, tijdens of net na je training. Maar minder handig zijn ze wanneer je ze drinkt zonder daadwerkelijk te gaan sporten. Dit kan namelijk wel zorgen voor een piek in je bloedsuikerspiegel en vervolgens een scherpe daling met zich meebrengen. Dit zorgt voor een plotse boost aan energie en daarna voor vermoeidheid. Daarnaast bevat het ook meer calorieën die vervolgens minder gebruikt worden als energie. Ga je niet trainen, dan is het verstandiger om water te drinken.